De vooruitziende blik van Hannah Arendt
- vitas513
- 8 mei
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 12 okt
Een filosofe over totalitarisme, jodendom en zionisme

Toen ik ooit literatuur zocht voor mijn eindscriptie over het onderwerp arbeid, noemde mijn studiebegeleider, filosoof Hans Achterhuis, het werk van twee auteurs. Naast Karl Marx, wiens oeuvre geheel om dit onderwerp draaide, was dat Hannah Arendt (1906-1975). Zij had een boek geschreven met de titel The human condition, in het Nederlands vertaald als De mens. Bestaan en bestemming. Het werk muntte uit door een glasheldere stijl. Ze schreef nooit iets overbodigs, elk woord betekende iets. Het zin voor zin lezen van dit mooie boek hielp me van het vooroordeel af dat filosofen vaak abstracte luchtfietsers waren.
BANALITEIT
Deze filosofe schreef ook over het intrigerende thema dat ze ‘de banaliteit van het kwaad’ noemde. Daarmee bedoelde ze dat je aan dictators of misdadigers niet kon zien dat ze dat waren, dat ze geen aparte categorie van slechteriken vormden, maar doodgewone mensen waren die onder bepaalde omstandigheden tot grote wreedheden bereid waren. Ze schreef in 1963 een boek over nazi-topman Adolf Eichmann die een jaar eerder, na ontvoering door inlichtingendienst de Mossad, in Israël terecht stond en ter dood werd veroordeeld. Hij was het prototype van de gehoorzame ambtenaar, die vanaf de tekentafel nauwkeurig in kaart bracht hoeveel en welke joden op welk tijdstip dienden te worden afgevoerd naar de vernietigingskampen. Tot aan zijn laatste snik zou deze man volhouden dat hem geen blaam trof en was hij er trots op de geschiedenis in te gaan als jodenmoordenaar. Hij was een gewone, saaie ambtenaar die zijn plicht deed. In de huidige tijd is het meer dan ooit nodig hier rekening mee te houden. Onbeheerste, Hitler-achtige schreeuwers kennen we niet zo veel meer, maar achter ogenschijnlijk redelijke mensen kunnen monsters schuilgaan. Dit type mensen kunnen we in het hier en nu, dicht bij ons, aanwijzen.

ZIONISME
Er is nog een andere reden waarom haar denken vooruit wees naar deze tijd en dat weer bij me opkwam door lezing van een interessant artikel in DeWereldMorgen, waaruit hieronder geciteerd wordt. Arendt was van joodse afkomst en moest, na ontsnapt te zijn aan arrestatie door de nazi's, haar geboorteland Duitsland in de jaren dertig van de vorige eeuw ontvluchten. Ze was aanvankelijk aanhanger van het zionisme, dat ze zag als een ideaal om vervolgde joden een thuis te bieden. Ze heeft er herhaaldelijk over geschreven, ook al wordt daar doorgaans weinig aandacht aan besteed. Een wantrouwige stem in mij zegt dat het iets te maken moet hebben met haar alsmaar kritischer wordende houding jegens het zionisme. Toen daarvoor Palestina in beeld kwam, interpreteerde zij deze stroming niet, zoals dat later algemeen aanvaard werd, als de noodzaak van een aparte, exclusief joodse staat. Zij wilde ‘een niet-statelijk Joods vaderland. Een land waar Joden en Arabieren vreedzaam zouden samenleven, zonder aanspraken van een van beide volkeren op het andere.’ Arendt koppelde dit aan een pleidooi voor ‘een gefedereerd radenstelsel: lokaal zelfbestuur en gemengde Joods-Arabische stads- en plattelandsraden’.
Maar in de jaren dertig en veertig, nog lang voor de stichting van Israël in 1948, begonnen bij haar de twijfel en de kritiek toe te nemen:
‘Afgezien moet worden van de op staatsvorming gerichte aanspraken van de zionisten op Palestina. Al sloot Arendt niet uit dat eventueel en op termijn, op basis van intens Joods-Arabische samenwerking, een binationale staat met gelijke burgerrechten voor alle inwoners, Joden en Palestijnen, organisch kon groeien.’
Echt afhaken deed ze toen een internationale zionistische conferentie ‘niet langer de oprichting van een ‘Joods Nationaal Huis’, maar een Joodse staat in Palestina eiste waarin de Joodse minderheid meerderheidsrechten zou krijgen en de Arabische meerderheid minderheidsrechten.’
DE BREUK
Voorafgaand aan het ontstaan van Israël waren joodse terreurgroepen actief, die berucht werden door gerichte aanslagen, maar ook door het willekeurig opblazen van burgers. Twee latere premiers van Israël, Menachem Begin (1977-1983) en Yitzhak Shamir (1983-1984 en 1986-1992), waren prominente deelnemers daaraan. Een van de terreuracties betrof een bomaanslag op een groep Arabische arbeiders voor de ingang van een raffinaderij buiten Haifa. Deze zin van Arendt is dan veelbetekenend: het was ‘een van de weinige plekken waar Joden en Arabieren jaren achtereen zij aan zij gewerkt hebben’. De grondleggers van Israël zagen verbroedering tussen beide volkeren als bedreiging van hun macht – een illustratie van het feit dat het zionisme niet alleen Arabieren maar ook Joden als vijanden beschouwde. Ze streefden naar uitsluiting en verdrijving van de oorspronkelijke bewoners en deze werden realiteit met de zeer gewelddadige Nakba uit de periode 1947-1949. Israël kwam tot stand door wat we sinds 2023 opnieuw zien gebeuren: etnische zuivering die niet-joden tot permanent vluchteling maakte. Dat zijn ze na ruim 75 jaar nog steeds.

In 1948 kwam het harde oordeel van Hannah Arendt, dat ze deelde met andere prominente intellectuelen als Albert Einstein. In The New York Times noemde ze terreurgroep Etsel, die geleid werd door Menachem Begin, 'een partij die in organisatie, methodieken, politieke filosofie en sociale aantrekkingskracht sterke verwantschap vertoont met de nazipartij en met fascistische partijen’. Ze schreef over de slachtpartij door zionistische milities op 9 april van dat jaar in het Arabische dorp Deir Yassin. Zo’n 120 mannen, vrouwen en kinderen werden vermoord, terwijl sommige anderen gespaard bleven ‘om ze als gevangenen door de straten van Jeruzalem te laten marcheren’. Arendt leverde forse kritiek op de zionisten die ‘de overplaatsing van alle Palestijnse Arabieren’ naar elders eisten. Daarmee verwierp ze de vorming van een exclusief joodse staat middels etnische zuivering en het rechteloos maken van Palestijnen.
Heden ten dage wordt duidelijk dat het optreden van Israël dusdanig wreed is dat het land wereldwijd steeds meer haat oproept. Met een werkelijk vooruitziende blik schreef Hannah Arendt:
‘Joden die hun eigen geschiedenis kennen, zouden zich ervan bewust moeten zijn dat een dergelijke toestand onvermijdelijk zal leiden tot een nieuwe golf van Jodenhaat.’
Het is de mislukking van het huidige Israël, samengevat in één zin.


Opmerkingen